Bosweg 15 [Achter de Belten].

Situatie 2018.

De boerderij bevindt zich op het landgoed ‘Schellerberg’ en is een rijksmonument. Sinds 2002 wordt deze boerderij bewoond door Saskia Burgers en Sicco van der Sluis.

rechterlijk archief Zwollerkerspel RA001-00693:
f81 – Eodem [13 jan 1703] – De weduwe van de rector Christianus Assueri doet aanpanding [vordering] op het erve van de provisoren [voogden] van de “Wesen” binnen Zwolle, in de boerschap Schelle gelegen en gebruikt wordende door Evert Henricks achter de Belten, en zulks om daaraan te verhalen een kapitaal van 2500 Caroli gulden, met de interest van dien, uit kracht van gerichtelijke obligatie cum hypotheca in dato 10 juli 1674, en gedane denuntiatie [aangifte]. Verzoekende van deze aanpanding behoorlijke wete, insinuatie en relaas.
Bron: geschiedenis Schelle uitgezocht door wijlen G. J. A. Rientjes.

Twee kaarten uit 1832 met links de boerderij “Agter de Belten” met kadastraal nr. M 104, eigendom van Alidanus Joan Greven, Burgermeester te Zwolle. Tevens eigenaar van het “Huis Schellen Berg”. Rechts rood omlijnd dezelfde boerderij.

Eigendom: 1832 – 1942
Alidanus Joan Greven is in 1832 eigenaar van het “Landgoed Schellerberg” met de daarbij behorende, de boerderij “Agter de Belten”. Na zijn overlijden in 1842 gaan zijn bezittingen gedeeld over naar zijn zoon Oswald Francois en dochter Francoise. De boerderij “Agter de Belten” komt in handen van Oswald Francois.

Alidanus [Hidenius] Joan Greven geb. 05-11-1768, overleden op 08-03-1842, Zwolle [73 j.] [Burgermeester Zwolle] Gehuwd op 09-04-1787 te Hattem met Johanna Francoise Henriette Tulleken geb. -5-10-1770 te Hattem, overleden op 04-04-1866, Zwolle [95 j.]. Er worden 4 kinderen geboren waarvan alleen zoon Oswald Francois en dochter Francoise huwen.

Oswald Francois Greven geb. 1789 te Hattem [Militair][Raadsheer] overleden op 21-12-1874 Zwolle [85 j.]
Gehuwd op 12-10-1815, te Ermelo met Johanna Geertuida Hoising geb. 1792. Overleden op 03-10-1874 te Zwolle [82 j.].

Francoise Greven, geb. 03-12-1797 te Zwolle. Overleden op 21-08- 1876 te Zwolle. Gehuwd in 1817 te Zwolle met Johannes Willem Piepers geb. 26-02-1793 [onder agent van Oorlog] overleden in 1868.

In 1849 wordt de zoon van Oswald Francois, Ernestus Johannes Christiaan Greven mede eigenaar, mogelijk heeft zijn huwelijk in dat jaar er mee te maken.
In 1876, na het overlijden van zijn vader Oswald Francois in 1874 wordt Ernestus alleen eigenaar.

Ernestus Johannes Christiaan Greven geb. 26-10-1823 te Zwolle. [Directeur postkantoor Zwolle]. Overleden op 13-03-1908, Zwolle [84 j.]. Gehuwd op 09-08-1849 te Harderwijk met Jacoba Johanna Schorer geb. 25-12-1830 te Harderwijk. Overleden op 26-09-1908 te Zwolle [77 j.]

In 1877 wordt er van of bij de boerderij een schuur afgebroken en op een andere plek weer opgebouwd.
Zie afbeelding.

Vanaf het begin van de gemeentelijke administratie (rond 1832) heeft deze boerderij huisnummer 8 (tot 1910).

De in 1877 uitgevoerde wijzigingen van gebouwen, tevens veranderd het kadastrale nummer van M 104 naar M 1365.

Na het overlijden van Ernestus Johannes Christiaan Greven in 1908 besluiten de erfgenamen een vennootschap op te richten genaamd: Maatschappij tot exploitatie van het Landgoed “Schellerberg” en andere onroerende goederen gevestigd te Zwolle p/a Dalfsen.
Of alle kinderen oftewel erfgenamen, ook deelnemer zijn van de vennootschap is niet bekend.
Ernestus en Jacoba Johanna Schorer hebben 7 levende kinderen.
Te weten:
Oswald Francois
Herman Joan
Cornelis Johannes
Johan Cornelis
Hendrik Marie
Ernestus Johannes Christiaan
Johanna Geertruida

In 1942 wordt de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed “Schellerberg” geliquideerd.

1942 liquidatie van de NV.

Eigendom: 1942 – heden,

In 1942 wordt de vennootschap ontbonden en gaat het Landgoed “Schellerberg” over naar de dochter van Cornelis Johannes Greven geb. 10-07-1854 te Zwolle, overleden op 10-04-1928 te Zwolle, gehuwd met Anna Helena Thiebout geb.1861 te Zwolle, overleden op 18-04-1915 te Loosduinen
.
In 1951 is er een scheiding van het onroerend goed krijgt de dochter van Cornelis het gehele bezit. De nazaten van deze familie zijn tot op heden nog eigenaar van het Landgoed.
In 2002 zijn de gebouwen op het landgoed Schellerberg verkocht met de ondergrond op erfpachtbasis.

Vanwege de opheffing van de gemeente Zwollerkerspel in 1967 worden in 1970 de kadastrale gegevens gewijzigd en worden de gebouwen verenigd en krijgen het kadastrale nummer gemeente Zwolle K 6.
In 1971 wordt er iets van de gebouwen gesloopt.

Gebruik/pacht, 1839 – 1930

Arnoldus Ruitenberg [1786 – 1866] pacht reeds omstreeks 1832 de boerderij “Achter de Belten” van Alidanus Joan Greven, eigenaar van Huize “Schellerberg” en het Landgoed.

Arnoldus Filips [Flips] Ruitenberg geboren 1786. Zalk, Landbouwer overleden 16-03-1866 Schelle [80 j.]
Gehuwd op 11-02-1814, Zalk en Veecaten met
Jannig[ien]je [Dirks] Veltkamp geb. 1794 Hattem, overleden 15-12-1860, Schelle [67 j.]
Er worden 7 kinderen geboren waarvan de jongste 5 in Kamperveen. De kinderen zijn:
Derk, Geertruid, Flip, Arend, Jan, Jennigje en Helmich.
Zoon Arend trouwt in 1848 met buurmeisje Aaltje Aalbers en kunnen dan van de familie Greven een boerderij[tje] achter Huize “Schellerberg” huren. Dat heeft het kadastrale nr. 80 en huisnummer 5. Zie kadastrale kaart boven en zie ook Schellerbergweg 20 & 22.
Arend is mogelijk arbeider bij de familie Greven en zal daarbij een gemengd bedrijf gehad hebben met, koeien, varkens, kippen wat bouwland en een boomgaard.
Ook tussen 1850 en 1860 is Arnoldus nog pachter maar in 1860 wordt ook zoon Flip genoemd als bewoner en die zal waarschijnlijk meewerken op de boerderij.

In 1870 wordt de woning gesplitst en/of er wordt bijgebouwd. Met de nummers 8 en 8 A.

Nr. 8 wordt dan nog bewoont door Flip Ruitenberg en zijn broer Jan beiden ongetrouwd. Vader Arnoldus in 1866 overleden en het is zeer aannemelijk dat de broers samen de boerderij doen.
Flip en zijn broer Arend [van de andere boerderij achter Huize Schellerberg] zijn in 1875 en 1876 overleden.
De weduwe van Arend, Geesje van Dijk moet hun gepachte boerderij verlaten en trekt op enig moment in bij haar vrijgezelle zwager Jan aan de Bosweg 15. Hij kan mogelijk wel hulp gebruiken.
Jan trouwt in 1878 met Geesje van Dijk.
Jan Ruitenberg overlijdt op 22-12-1888 in Schelle op 66 jarige leeftijd en zijn weduwe Geesje van Dijk blijft daar wonen en overlijdt in 1892 ook in Schelle.
Inmiddels zal de zoon van Geesje met haar huwelijk met Arend Ruitenberg, Hendrik op de boerderij meehelpen.
Hendrik is, geboren in een andere boerderij op het Landgoed Schellerberg [zie Schellerbergweg 20 & 22]. Hij is de zoon van Arend Ruitenberg en diens tweede echtgenote Geesje van Dijk en neef van Jan.
Hij is dus de kleinzoon van:
Arnoldus Filips [Flips] Ruitenberg en Jannig[ien]je [Dirks] Veltkamp [zie hierboven]
Hendrik is geboren in het jaar dat zijn grootvader is overleden.

Hendrik Ruitenberg geb. 12-02-1866, Schelle, overleden 11-11-1928 te Zwollerkerspel [62 j.]
Gehuwd op 23-06-1892, in Zwollerkerspel met Willempje Ruitenberg geb. 1857, Zalk en Veecaten.
Overleden op 02-01-1949 Zwollerkerspel [92 j.]. Zij krijgen een dochter Geesje geb. 26-05-1895 in Schelle.

Aangezien zijn vader Arend in 1876 en zijn ooms Flip en Jan in 1875 en 1888 zijn overleden, is het heel goed mogelijk dat hij al op de boerderij werkzaam is, en na zijn huwelijk in 1892 pachter kan worden.
Hendrik en Willempje boeren dus aan de Bosweg 15.

Voor en na 1910 wonen er in nr. 8 een H. Ruitenberg en na hem A. Dijsselhof volgens de gemeentelijke adres gegevens. Dat is inmiddels duidelijk wie dat zijn.

Hendrik overlijdt in 1928 en dan kunnen dochter Geesje en schoonzoon Albert Dijsselhof de boerderij pachten alhoewel zij in 1925 de boerderij Schellerbergweg 12 hebben gekocht.
Die boerderij wordt evenwel tussen ongeveer 1925 en 1930 nog verhuurd aan H. van Milgen.

Albert Dijsselhof, geb. 16-08-1888, Zwollerkerspel, overleden op 21-04-1966 in Schelle.
1e Huwelijk op 24-04-1919, te Zwollerkerspel met Geesje Ruitenberg, geb. 26-05-1895, overleden op 30-03-1947 in Zwollerkerspel. [51 j.] Ouders: Hendrik Ruitenberg & Willempje Ruitenberg

Nr. 8 A
Op dit nummer woont tussen 1870 en 1910 Jan Ulderink [1839 – 1908]. Hij is arbeider.
Jan Ulderink is geboren op 01-02-1839 in Dalfsen, hij huwt op 26-02-1874 met Jacoba Bremmer ook uit Dalfsen. Mogelijk huurt hij kort na zijn huwelijk al nr. 8 A van de boerderij “Achter de Belten”.
Het is ook zeer aannemelijk dat hij bij NV Schellerberg werkzaam is.
Zijn zes kinderen zijn waarschijnlijk in Schelle geboren want een zoontje Gerrit Jan is na 3 dagen in 1884 in Schelle overleden.
Jan overlijdt in 1908 en zijn weduwe Jacoba Bremmer blijft er nog wonen tot haar overlijden in 1910.

Na haar wordt nr. 8 A verhuurd aan A. Spijkerman, die er omstreeks 1930 nog woont.

Gebruik/pacht 1930 – 2002

Dan komt de naam J. de Wolf in beeld is pachter van de boerderij.

Jan de Wolf heeft een pachtboerderijtje van mevrouw de Wit eigenaar van “Zandhove” en meer boerderijen in deze omgeving.
Dat boerderijtje was gelegen aan nu de Nieuwe Deventerweg in Ittersum ter hoogte van het Wijkcentrum S.I.O.
De boerderij is niet zo groot en aangezien de twee zonen wel boer willen worden raad mevrouw de Wit, Jan aan om een wat grotere boerderij te zoeken.
Dat lukt om met de inschrijving van bovengenoemde boerderij mee te doen en de pacht te verkrijgen.
Jan de Wolf gaat in 1931 met gezin naar de boerderij in Schelle.
Het gezin bestaat uit vader Jan zijn tweede vrouw Hendrika Borst en hun zonen, Hendrik en Lambert. Allen geboren in Ittersum. De dochter uit Jan zijn eerste huwelijk met Gerritje Logt, Johanna Willemina is in 1927 gehuwd met Jan Stuiver.

Jan de Wolf geb. 05-05-1880 te Zwolle [landbouwer] overleden op 17-06-1955. Hij is de zoon van Lambert de Wolf en Johanna Willemina Sluiter.
Zijn eerste huwelijk is op 30-04-1903 Zwollerkerspel met
Gerritje Logt geb. ? zij is overleden op 05-03-1909 Ittersum [29 j.]
Haar ouders zijn Harmen Logt & Gerritdina Neuteboom Spijker.
Kind: Johanna Willemina geb. 17-04-1904

Jan zijn tweede huwelijk is op 25-11-1909 te Zwollerkerspel met de vriendin van Jan zijn overleden vrouw Gerritje Logt, Hendrika Borst geb. 28-03-1878 in Spoolde, Zwollerkerspel. Zij is overleden op 08-02-1957 in Schelle. Haar ouders zijn Hendrik Borst & Hendrika Hofman.
Kinderen: Hendrik geb.15-08-1912 en Lambert geb. 06-03-1917.

Het gezin de Wolf, v.l.n.r.: zoon Hendrik [Henk], Vader Jan, [Stief] dochter Johanna Willemina, [stief] moeder Hendrika Borst en zoon Lambert. Foto genomen naast de boerderij in Ittersum.
Zo heeft de boerderij aan de voorzijde er decennia lang uitgezien.

Het is een gemengd bedrijf, dat wil zeggen dat er melkkoeien, varkens, kippen, wat akkerbouw en meestal een boomgaard aanwezig zijn.
Deze boerderij op het “Landgoed Schellerberg” is met alle houtopstanden en lanen een idyllische plek om te boeren, of met alle bomen rond de weilanden het ook praktisch is, is een ander verhaal.

In huize “Schellerberg” woont in 1941 de familie de Gruyter, vader is architect en woont daar met vrouw en 2 zonen.
De familie krijgt in 1941 hulp in de huishouding, Cornelia Kamphorst, geb. 15-11-1920 te Ermelo.
Het ontgaat buurjongen/man Lambert de Wolf niet dat daar een aardige jongedame aan het werk is!
Het laat zich raden dat daar een verliefdheid ontstaat die resulteert in een huwelijk.

Lambert de Wolf is geboren op06-03-1917, overleden op 05-04-1999 in Ittersum.
Huwt op 17-08-1944 in Zwollerkerspel met
Cornelia [Corrie] Kamphorst, geboren op 15-11-1920 in Ermelo, overleden op 25-01-2013.
Zij krijgen een zoon Jan, geb. op 18-11-1945 en een dochter, Johanna Hendrika [Joke] geb. op 14-11-1950.

Links Lambert de Wolf, en rechts v.l.n.r.: Opa Jan, zoon Hendrik [Hennie] moeder Corrie met voor haar zoontje Jan, vader Lambert en Oma Hendrika.
Omnummering in Zwollerkerspel in 1949.

Na het huwelijk van Lambert en Corrie trokken zij bij de ouders van Lambert in en werd het samen met broer Henk een huishouden.
Na het overlijden van Opa Jan in 1955 en Oma Hendrika in 1957 blijven Lambert en Corrie met zoon en dochter in de boerderijwoning, Bosweg 15 wonen.
Broer Henk trouwt in 1959 met Geertje Huisman, zij is geboren in 1921 in Raalte.
Zij gaan wonen aan de Nieuwe Deventerweg in Ittersum.

Ook hier gaat de familie de Wolf met de tijd mee, van het melken met de hand naar de overgang met de melkmachine in jaren eind ’50.
Ondanks dat er eind jaren ’70 een trekker kwam, een Porsche/Allgaier, bleef er de liefhebberij voor paarden/pony’s.
Links: zoon Jan heeft een tijd paard gereden. Midden: in de deur moeder Corrie, op de trekker, vader Lambert met broer Henk.

Zoon Jan huwt in 1969, met Yvonne Henriëtte Wilhelmina Assies.
Jan en Yvonne gaan aan de Philosofenallee in Zwolle wonen.

In december 1969 brand het naast gelegen clubgebouw ’s nachts af. Dochter Joke is de eerste die het merkt en slaat alarm. Dankzij de laag sneeuw op het dak van de boerderij van de familie de Wolf blijft de boerderij gespaard.
Zoon Jan gaat met diens vrouw Yvonne op de boerderij wonen. Dit deden zij ter geruststelling van de familie.
En zo gebeurt, hetgeen ook fijner is voor broer en oom Henk die dan ’s avonds na het melken naar huis kan gaan.

Er wordt in de loop van 1970 besloten om de boerderij te beëindigen.
Dat is uiteraard een emotioneel gebeuren om vooral het vee te moeten verkopen.
De familie de Wolf heeft een goede roodbonte M.R.IJ. [Maas-Rijn-IJssel] veestapel.
Bij de voorbereidingen van een veiling is wel hulp gewenst, en komen vader Jan en zoon Johan Ruitenberg uit Ittersum de familie de Wolf helpen. De familie Ruitenberg zijn echte roodbont fokkers.

Donderdag 8 oktober 1970 is het zover, vanwege de goede veestapel komen boeren van heinde en ver.
Dat betekent een dag de hele veestapel het haar een beetje bijknippen en wassen.
Want ze moeten er mooi schoon uitzien, en daarbij is de hulp van de familie Ruitenberg zeer welkom.
Eerst de veestapel bekijken, dan worden koeien, pinken en kalveren individueel voorgeleid.
Foto rechts: Johan Ruitenberg met een pink aan het touw en vader Jan er achter.
Foto links: nogmaals Jan en Johan Ruitenberg.
Dan begint veiling onder leiding van notaris Erftemeijer en kan er geboden worden.
Aan het eind van de dag gaat het vee naar de nieuwe eigenaar, waar dan ook in Nederland.
Situatie jaren ’70 met uiterst rechts het [huusken] wc.

Inwoning:
De al enige tijd niet gebruikte woonruimte aan de noordzijde van de boerderij werd voor het eerst weer gebruikt begin jaren ’60 door een echtpaar die in afwachting is van hun nieuw te bouwen huis in Ittersum.
Deze woonruimte bestaat uit de zo genaamde “Daagse Kamer” met bedstee, een melk-hok en een tussenkamertje met kelder. Het adres daarvan is Schelle B 214 A, tot 1949 en wordt dan Bosweg 17.

Daarna werden er kostgangers gehouden die werkten bij het 4e gedeelte van de “Centrale Harculo”.
In 1966 heeft er tijdelijk een nieuw aangesteld hoofdonderwijzer, Jan Bos gewoond, tot zijn voorganger meester van der Veen de onderwijzerswoning verliet.
Ook hebben er in die jaren een aantal HTS leerlingen gebruikt gemaakt van “De Daagse Kamer”.

Dochter Joke de Wolf huwt in 1973 met Jan Polman.
Na hun huwelijk zijn zij de eerste jaren in de “Daagse Kamer” gaan wonen tot hun verhuizing naar Mariënberg.

De volgende tekst is inbreng van Herman en Ria Sluiter – Palland.

In september 1975 komen Herman en Ria Sluiter-Palland wonen aan Bosweg 15.
Net getrouwd en ze bewoonden de kleine kamer in de boerderij van de familie de Wolf.
Het was er prachtig om te wonen, te midden van de natuur.
Voor Herman, die geboren en getogen was in deze omgeving van Schelle was het extra genieten.
De oudste dochter van Herman en RiaArienke– werd er geboren in april 1979.
In augustus van dat jaar verhuisden ze naar de Schellerweg.

Het gedeelte waar Herman en Ria wonen is het kleine woongedeelte de z.g. n. “Daagse Kamer”.
Vanaf 1979 hebben Gerrit en José van Rijssen er gewoond.
Als in 1980 de familie de Wolf verhuist naar de van Laersweg betrekken Gerrit en José de gehele woning.

In 2002 kopen Sicco van der Sluis en Saskia Burgers de boerderij van de eigenaren van het “Landgoed Schellerberg” met de ondergrond op erfpacht basis.
De verbouwing die volgt zal tot 2007 duren.

De volgende tekst en foto’s zijn van Sicco van der Sluis en Saskia Burgers.

Vanaf 1700
De eerste vermelding van de boerderij ‘Agter de Belten’ is aangetroffen in een gerechtelijke uitspraak uit 1703. Evert Hendricks wordt daarin genoemd als bewoner. De naam van de boerderij ‘Agter (of Achter) de Belten’ wordt ontleend aan de rivierduinen (‘belten’) in de directe omgeving van de boerderij. Deze verhogingen in het landschap vormen een natuurlijke bescherming tegen overstromingen van de IJssel, het is dan ook logisch dat op deze plek een boerderij is gebouwd. De eerste versie van de huidige (uit steen opgebouwde) boerderij dateert waarschijnlijk uit de 18e eeuw, hoewel er ook aanwijzingen zijn dat er voordien ook al een boerderij heeft gestaan op deze plek. Een precieze datering van de huidige boerderij kon aan de hand van bouwhistorisch onderzoek niet worden gemaakt. Wel is duidelijk dat de huidige gebintconstructie op een gegeven moment is aangebracht om de oorspronkelijke boerderij in de breedte en in de hoogte uit te breiden. De datering van deze verandering is onbekend, maar in ieder geval was dat voor 1832.
Vermeldenswaardig is dat bij die aanpassing toen waarschijnlijk (ook al) materialen zijn hergebruikt. Dit wordt afgeleid uit de aanwezige telmerken op de gebintconstructie. Deze telmerken zijn merktekens die de timmerman aanbrengt, ze dienen als hulpmiddel bij het in elkaar zetten van de constructie. Bij de bestaande constructie blijkt uit de telmerken dat sommige combinaties van staanders en liggers oorspronkelijk niet bij elkaar horen. Geconcludeerd wordt dat we van het begin van deze boerderij weinig weten.

Vanaf 1832
Uit het bouwhistorisch onderzoek dat de huidige bewoners hebben laten uitvoeren, blijkt duidelijk dat deze boerderij ook in de afgelopen (ruim) 200 jaar nog heel wat veranderingen heeft doorstaan. Enkele belangrijke veranderingen zijn zichtbaar door een vergelijking van de weergave op de eerste kadastrale kaart (die rond 1832 is uitgekomen) met de kadastrale kaart uit 1877. Te zien is dat door veranderingen tussen 1832 en 1877 de vorm van de boerderij is gewijzigd. In 1870 werd een aanbouw aan het huidige voorhuis verwijderd en het woongedeelte werd uitgebreid. Daardoor kon woonhuis worden bewoond door twee gezinnen.
Ook is te zien dat de boerderij werd vergroot door het verwijderen van de onderschoer. Een onderschoer is een ingesprongen achtergevel, de baanderdeuren zijn daarbij naar binnen verplaatst, ruim onder de rieten kap. Dit beschermde de deuren en verschafte een plek waar gereedschap droog kon staan. Deze baanderdeuren hadden vaak een losse middenstijl, die in een ankerbalk van het gebint werd bevestigd. Deze zogenaamde ‘stiepel’ kon worden uitgenomen zodat de boer met de wagens de deel op kon rijden. In de huidige boerderij is nog steeds goed te zien dat deze constructie werd gebruikt.

Vanaf 1876
Oorspronkelijk speelde het leven van het boerengezin zich, vooral in de winter, af rond het vuur op de deel. In de loop van de 19e eeuw ontstond steeds meer de behoefte om de verschillende functies van wonen in aparte ruimten onder te brengen. Een veel gebruikte oplossing was in die tijd om het voorste deel van de boerderij zijdelings uit te bouwen, waardoor de boerderij een L-vorm kreeg (het zogenaamde ‘krukhuis-type). Dat is dus ook bij deze boerderij gebeurd. De huidige vorm van de boerderij is waarschijnlijk gerealiseerd door een verbouwing in 1876. Toen verkreeg de boerderij dus de huidige L-vorm.
Door de verbouwing van 1876 werden twee woningen in één boerderij gecreëerd. Daarvoor werden ook grotere vensters aangebracht, net als twee bedsteden en een (bij)keuken met kelder. Deze tweede woning (ook wel ‘daagse kamer’ genoemd) werd in de loop der jaren door vele jonge stellen en kostgangers bewoond (zie: bewoners).

Vanaf 1910
De veranderingen vinden vooral plaats rondom de boerderij. De twee schuren worden vergroot en van de twee hooibergen wordt één hooiberg (een zogenaamde ‘vijfroeder’) omgebouwd tot een wagenschuur. De boerderij wordt vanaf 1910 niet meer aangeduid met huisnummer 8, maar aangeduid met Schelle B 180, en van af 1930 tot 1949 Schelle B 214. Na 1949 krijgt het de huidige nummering Bosweg 15. De tweede woning (of ‘daagse kamer’) krijgt dan als adres Bosweg 17.

Vanaf 1970
In 1970 verliest het gebouw haar functie als boerderij. Het gemengde bedrijf, met melkkoeien, varkens, paarden, een boomgaard en wat akkerbouw stopt. De annexatie van een deel van de gepachte grond voor de bouw van Hogeschool Windesheim en de middelbare school ‘Greidanus’ ontnemen het bedrijf een perspectief. Ook vanwege gebrek aan opvolging en gezondheidsredenen besluit men het bedrijf te beëindigen.
Beide woongedeelten van de boerderij worden verhuurd. Met name Bosweg 17 wordt door diverse mensen bewoond. Vaak zijn dit pasgetrouwde stellen die in afwachting zijn van een eigen onderkomen (zie bewoners).
Het bedrijfsgedeelte (de deel en de bijgebouwen) werden door de eigenaren van het landgoed Schellerberg gebruikt als opslag voor materiaal en gereedschappen.

Vanaf 1992
De eigenaren van het landgoed Schellerberg verbouwen de varkensschuur naast de boerderij tot een toiletgebouw. De camping Schellerberg ontstaat, waarbij er tientallen plaatsen in de boomgaard rondom de boerderij worden gecreëerd. Veel rustzoekers en natuurliefhebbers voelen zich tot deze camping aangetrokken. Uiteindelijk blijkt het beheren van een camping op deze plaats vanuit bedrijfsmatig oogpunt niet een duurzame oplossing te zijn en moet de camping stoppen. De verkoop van de boerderij in de zomer van 2002 versnelt dat besluit, de nieuwe bewoners willen de camping niet voortzetten.

Vanaf 2002
Na de verkoop in 2002 beginnen de nieuwe bewoners het woongedeelte van de boerderij wind en waterdicht te maken. In afwachting van definitieve goedkeuring van hun verbouwingsplannen wordt een groot zeil over het dak gespannen en met autobanden vastgelegd. De boerderij kreeg daardoor de uitstraling van een ‘kuilbult’ (zie foto). Het voorhuis werd opgeknapt, de keuken, verwarming en warmwatervoorziening werd in orde gebracht en eind 2002 verhuisde het gezin met twee jonge dochters naar de Bosweg 15.
Doordat diverse instanties verschillende opvattingen hadden over de verbouwingsplannen, duurde deze tijdelijke bewoning van de ‘kuilbult’ uiteindelijk bijna 4 jaar. In 2006 werd gestart met de daadwerkelijke verbouwing, waarbij alle vloeren en de gehele dakconstructie werden vervangen. Februari 2007 was deze verbouwing ten einde en kon Bosweg 15 weer worden bewoond.

Bosweg 15 als kuilbult: vanaf eind 2002 werd het dak waterdicht gemaakt met zeil, dat op de plaats werd gehouden door autobanden.

Huidige situatie en haar bewoners.
Toen de huidige bewoners in 2002 eigenaar werden, was duidelijk dat de verbouwing een traject zou worden van meerdere jaren. Toch duurde de verbouwing langer dan gepland. Omdat Bosweg 15 een rijksmonument is, was de verbouwing tot woonhuis gebonden aan regels. Het traject van plannen maken, toestemming verkrijgen en het vinden van de beste aannemer duurde uiteindelijk 4 jaar. De verbouwing zelf nam nog bijna een jaar in beslag. Toch zien de bewoners terug op een mooie periode. Ook de twee dochters hebben het een mooi avontuur gevonden, hoewel de oudste dochter in 2002 veel bedenkingen had. Ze vond de overgang van een comfortabele, ruime en lichte woning met goed werkende verwarming, douche, toilet en tv naar een donkere boerderij geen vooruitgang. Nu moest ze haar slecht verwarmde slaapkamer delen met haar zus en was het warme water door een boiler van 80 liter op rantsoen. Ze zat toen nog in groep 8 van de basisschool. Doordat de verbouwing 5 jaar duurde heeft ze niet veel tijd gehad om van het eindresultaat te genieten. Een half jaar nadat de verbouwing gereed was verliet ze het ouderlijk nest om in Groningen te studeren.
De verbouwing heeft het hele huis grondig veranderd, hoewel het uiterlijk niet veel is veranderd. Allerlei verbeteringen, zoals verbeterde funderingen en isolatie van vloeren, ramen, muren en daken zijn onopvallend uitgevoerd. Dat was vanwege de monumentstatus ook een voorwaarde. Het enige dat aan de buitenzijde wel zichtbaar veranderd is, zijn de aanwezige dakvensters. Deze ramen verschaffen nu daglicht op plaatsen waar de koeien het vroeger moesten doen met wat stalramen. De oorspronkelijke deel is nu zowel woonkamer als keuken. Deze twee functies worden gescheiden door een speciaal gebouwde 18.000 kilogram wegende warmte accumulerende houtkachel, die op koude dagen de grote ruimte eenvoudig kan verwarmen. In het oorspronkelijke woonhuis dienen de ruimtes nu als slaapkamer, werkkamer, logeerkamer en bijkeuken.

De bijgebouwen
De oude varkensstal, die nog als toiletgebouw heeft dienstgedaan, is na de verbouwing van de boerderij gesloopt. Op die plaats is nu een moestuin gecreëerd. De oude hooiberg werd gesloopt omdat de staanders en liggers teveel waren aangetast door houtrot. Ook het rieten dak was volledig vergaan. Sinds 2015 staat er een nieuwe vierroeder die de houtvoorraad droog houdt. De kippen- en geitenstal is om dezelfde reden gesloopt en eveneens opnieuw opgebouwd. De kippen en schapen hebben daar nu tochtvrij en droog onderdak gekregen.
De laatste verbouwing betrof de oude werkschuren en veldschuur. In 2010 en 2020 zijn die verbouwd. In de oude situatie regende het binnen ongeveer even hard als buiten. Sinds de verbouwing fungeren ze nog steeds als werkschuur/kantoor, maar de werkomstandigheden zijn nu wel wat comfortabeler.

Ook in de wagenschuur en veldschuur regende het binnen net zo hard als buiten.
De huidige situatie (foto: Daan Wüst)

Bron: Collectie Overijssel, fam. de Wolf, fam. H. Sluiter, S. van der Sluis en S. Burgers.
Samensteller: M. Dijk.