Bosweg 5

Situatie 2020

Het adres was van 1910 tot 1930 Schelle B 178 en tot 1947 Schelle B 212.
Na 1947 was het eerst nog Schellerenkweg en na de reconstructie van de weg, Bosweg 5 & 7.

Kadastrale kaart 1832, het groen is bosperceel van Jan Aalbers.

1832 – 1874

Het donkergroene perceel was in 1832 eigendom van Jan Aalbers [1780 – 1833], hij was getrouwd met Marrigje Freriks Aalberts [1788 – 1851]. Zij woonden op de grote boerderij aan de Schellerbergweg 14.
Jan overleed in 1833 zodat zijn vrouw Marrigje de bezittingen op naam kreeg.
Vanwege het overlijden van Marrigje in 1851, werden de bezittingen in 1852 al dan niet binnen de familie verkocht. De zoon van Jan en Marrigje, Frederik of Fredrik [1812 – 1875] kocht waarschijnlijk uit de boedel diverse percelen bouwland en weiland. Het bos zal inmiddels gekapt zijn.
Frederik is in 1843 gehuwd met Hendrina Luchtenbelt [1815 – 1848] geb. te Oldeneel.
Frederik en Hendrina kregen 4 dochters, Aaltje overleed op 13 jarige leeftijd, Marrigjen, en de tweeling Egberdine en Johanna. Ook zij woonden aan de Schellerbergweg 14.
Na het overlijden van Frederik zijn vrouw Hendrina in 1848, huwde Frederik in 1853 met Gerridina Aalbers, [1834 – 1894] dochter van Dries Aalbers en Aaltje Meulink uit Langenholte.
Gerridina Aalbers huwde dus op net 18 jarige leeftijd en werd gelijk stiefmoeder van Marrigjen die 8 jaar was, en de tweeling Egberdine en Johanna, die 7 jaar waren.
Frederik Aalbers en Gerridina Aalbers kregen 11 kinderen, waarvan er 5 vroegtijdig overleden.

In 1870 worden er een aantal percelen kadastraal verenigd en ontstaat perceel M 1233.
In 1874 wordt er een huis gesticht, 52 ca. groot met kadastraal nr. 1276.

De woning uit 1874 zoals die er nu nog staat.

1874 – 1930
De eerste huurder wordt Albert Katgert [1844 – 1910] voor 30 gulden per jaar. Albert was arbeider dus het is aannemelijk dat hij bij zijn huisbaas, Frederik Aalbers in dienst was. Hij was in 1865 gehuwd met Garrigje Bredewold [1842 – 1907], zij kregen 10 kinderen waarvan er 4 vroegtijdig kwamen te overlijden.

Frederik Aalberts komt in 1875 te overlijden waardoor zijn weduwe Gerridina, haar kinderen, stiefdochter Egberdine en haar man Willem Bonte, in 1876 eigenaren werden.
Gerridina hertrouwde in 1876 met Klaas van ’t Ende [1845 -1922] uit Ittersum. Uit dat huwelijk werd in 1880 nog dochter, Gesina geboren.
Na het overlijden van Gerridina in 1894, komt het eigendom in 1895 bij Klaas van ’t Ende. Op enig moment komt de naam van zijn dochter Gesina ook in beeld als eigenaar.

In 1902 en1903 wordt er bijgebouwd.

Voor of na het overlijden van huurder Albert Katgert in 1910, heeft zijn zoon Hendrik nog kort als huurder te boek gestaan. Na Hendrik Katgert komt de naam A. Meuleman nog in beeld als huurder.

In 1911 trouwde Gesina van ‘t Ende, 30 jaar oud met Gerrit Jan van Ittersum, geb. 1886. Gerrit Jan was huis/tuinman bij de familie Greven bij huize Schellerberg en woonde in het koetshuis. Het is zeer aannemelijk dat Gerrit Jan en Gesina na hun trouwen aan de Bosweg zijn gaan wonen. Op 28-07-1912 wordt zoon Gerrit geboren.

Er wordt in 1912 een nieuwe boerderij gebouwd kadastraal nr. 1960.

In 1912 werd er een nieuwe royale boerderij gebouwd door Gesina en Gerrit Jan.
De oude woning werd verbouwd tot schuur. Gerrit Jan staat op enig moment ook te boek als landbouwer.
Hij heeft dus de kans gepakt om na zijn huwelijk met Gesina en de bouw van de nieuwe boerderij boer te worden.

Gerrit Jan van Ittersum met zijn vrouw Gesina van ’t Ende en zoon Gerrit,
voor de in 1912 gebouwde boerderij.

Vader Klaas van ’t Ende overleed in 1922 waardoor het eigendom door de boedelscheiding op naam komt van Gerrit Jan van Ittersum.
Uiteindelijk ging het in eigendom over naar zoon Gerrit van Ittersum. In 1930 verkocht Gerrit de boerderij aan Gerrit Jan Lode.
Gerrit van Ittersum was makelaar en gehuwd met Geertje de Jonge.

Gerrit Jan Lode was bankwerker bij de Ned. Spoorwegen en woonde toen aan de Wipstrikkerallee.
Het lijkt erop dat hij pandjesbaas was want hij bezat veel onroerend goed.

1930 – 1953

Krantartikel via Delpher.
In 1931 wordt de boerderij verbouwd tot 2 woningen/boerderijtjes, nr. 5 en nr. 7.
De kadastrale deling vindt pas plaats bij de verkoop in 1953 aan de familie Groen.

Na de verbouwing heeft in het zuidelijke gedeelte, Bosweg 5, de familie van Dijk gewoond. Jan van Dijk [1895 – 1975] geb. te IJsselmuiden, trouwde in 1924 met Femmigje Meijer [1901 – 1957] geb. te Zwollerkerspel.
Zij hadden 6 kinderen waarvan er enkele in Schelle geboren zijn.
De familie heeft er tot eind jaren ‘60 gewoond.

Het gezin van Dijk, v.l.n.r.: Vader Jan van Dijk, [1895 – 1975], zoon Jan, Everdina [Edi], Hendrika Johanna [Riek], Frederik Aalt [Fre], Jantina [Jannia], moeder Femmigje van Dijk – Meijer, Berendina [Dinie].

In de Oorlog schijnt er ook nog Duitse inkwartiering in de woning te zijn geweest.

Gerrit Jan Lode betrekt als eigenaar en vrijgezel op enig moment een voorkamer in de woning.
Na zijn vertrek mogelijk door overlijden eind jaren ’60 gaan zijn bezittingen naar zijn erfgenamen.
Dat zijn er veel, Gerrit Jan komt uit een gezin met 13 kinderen waarvan hij op twee na de jongste is.
Van de 13 kinderen zijn er 10 getrouwd, waarvan inmiddels al een aantal zijn overleden.
Gerrit Jan zijn meerdere onroerende goederen worden door meer dan 25 erfgenamen verdeeld.
Variërend van 1/11 tot 1/88 deel.

1973 – heden
Onderstaande tekst is mede opgetekend met dochter Susanne Spijker.

Het zuidelijk gedeelte blijft na vertrek van Gerrit Jan Lode tot de veiling in 1973 leegstaan.
Het is inmiddels in ernstig verval geraakt.
In november 1973 koopt de Zwolse familie Spijker de woning Bosweg 5 en begint aan de renovatie.

Het bruidspaar Spijker.

Joop Spijker [1939] geb. te Zwolle trouwt in 1966 met Agnes Koerhuis [1942-2013] geb. te Hoonhorst.
Zij wonen tot 1976 in Assendorp, daar wordt in 1968 hun dochter Susanne geboren.

Behalve vervallen was de helft van de boerderij waar de familie Spijker in kwam ook zeer gedateerd.
Nadat de boerderij in 1931 eenvoudig was verbouwd tot twee woningen was er vrijwel niets meer aan gedaan. Zo was er nog een paardenstal en hokken voor kleinvee.
Je kon aan de achterkant, over de scheidingsmuur, in de koeienstal van buurman Goossen Groen kijken.

In december 1976 is het huis enigszins bewoonbaar en gaat de familie Spijker er wonen.
Er wordt nog tot 1979 eigenhandig ge- en verbouwd.
In 1977 wordt er op de Bosweg 5 nog een zoon, Simon geboren.

Voor het slaan van een eigen bron, werd Joop geadviseerd door buurman, Albert Treep, die bij “Huize Schellerberg” een woning en timmerwerkplaats huurde.
En exact de door Albert Treep aangewezen plek werd mooi schoon water aangeboord.

In de jaren ’90 koopt Joop Spijker een strook grond naast de woning en wordt een langgekoesterde wens, ‘een boomgaard’, gerealiseerd.

Anno 2021 woont Joop Spijker er nog met veel plezier.

Situatie 2020.

Bron: Historisch Centrum Overijssel, fam. W. de Ruiter, fam. J. Spijker.

Samensteller: M. Dijk