Vanaf 1839 tot 1910 heeft de Steenoven van Greven met het kadastrale nr. M 176 het gemeentelijke adresaanduiding nr. 16.
De woning van de “Tichgelbaas” heeft in die periode met het kadastrale nr. 178 huis nr. 15 en 15 A.
De woning wordt in 1910 omgenummerd naar Schelle B 209 en B 210.
In 1930 wordt er nogmaals omgenummerd naar Schelle B 167 en B 167 A.
Vanaf 1949 krijgt de dubbele woning/boerderij het adres Schellerdijk 2 en 4.
In de tekst gebruik ik de adres aanduiding na 1949, Schellerdijk 2 en 4.
Deze uiterwaarden langs de IJssel, ongeveer vanaf de oude IJsselbrug tot aan het huidige Kleine Veer, kent een lange geschiedenis van steen en dakpannen bakken, het zogenaamde “Tichelwerk”.
1324 – 1832
In het jaar 1324 vindt er een grote stadsbrand plaats waardoor een groot deel van de Stad Zwolle afbrandt.
De brand is veroorzaakt door de vijand van de stad, de roofridder Seger van Voorst.
Door brandende fakkels over de muur te gooien, vatten de met riet en stro gedekte houten huizen, snel vlam.
Dat is de reden van het Stadsbestuur, om meer stenen huizen met dakpannen te gaan bouwen.
Daarvoor is de capaciteit van de stads steenovens ontoereikend.
Vanaf ca. 1400 heeft de stad besloten om de productie van bakstenen groter aan te pakken. In twee aktes uit 1355 en 1356 worden vermoedelijk al voorbereidingen getroffen voor de vestiging of uitbreiding van een stedelijk tichelwerk in Schelle.
In beide aktes wordt gesproken van verpachtingen van grond aan de stad Zwolle in de “Schelner nyen Lande”. Het gaat hier om buitendijks land dat voor 20 jaar aan de stad Zwolle in erfpacht wordt gegeven.
Daar worden stedelijke tichelwerken gesticht onder toezicht van twee schepenen of “Tychelmeesters”.
Er worden kennelijk stenen en dakpannen gebakken als er behoefte aan is. Ook is het steenbakken seizoensgebonden, van april tot november, als het vriest valt de klei niet te bewerken.
Als er geen steen geproduceerd wordt, is het land beschikbaar voor landbouw.
Uit de maandrekeningen van Zwolle blijkt onder andere dat het tichelwerk in Schelle in 1403 bestond uit 2 ovens. In 1405 en 1407 waren dit er al zeven en acht. Daarnaast wordt er in rekeningen regelmatig melding gemaakt van verbouwing en onderhoud aan het tichelwerk en de bijbehorende wegen.
In 1455 wordt een oprit aan de IJsseldijk aangelegd en in 1462 krijgt de stadstichelmeester Johan toestemming dat hij een “huys setten mach, daer hi inne backen sal op ’t tichelwerk pannen en flurstene”.
Dit betekent dat het tichelwerk wordt uitgebreid met een pannenbakkerij.
Een bepaling uit 1464 met betrekking tot de bouw van een nieuwe oven leert ons dat de veldoven ongeveer 4,5 m breed is. Helaas is de lengte niet bekend en wordt hiervoor verwezen naar een andere oven.
De veldovens worden daar gemaakt waar de meeste klei voorhanden is, het is dus zeer aannemelijk dat de steenproductie geleidelijk aan stroomopwaarts ging.
Naast de bouw van ovens worden ook aan het huis van de tichelbaas verbouwingen uitgevoerd.
In 1467 wordt het huis uitgebreid met een kamer.
In de eerste helft van de 16e eeuw zien we weliswaar een afname van de bemoeienis van de stedelijke overheid met de baksteenproductie, maar wordt toch bij tijd en wijlen nieuw leven in het tichelwerk geblazen.
In 1546 is het stedelijk tichelwerk kennelijk onbewoond en worden de deuren en vensters met glazen eruit gehaald. Twee jaar later spijkerde men de gebouwen dicht. Dit dichtspijkeren staat mogelijk in verband met het vertrek van tichelmeester Johan Tychelaar naar een tichelwerk in Hattem. [Tichelwerk Altena]
Al spoedig wordt er een nieuwe tichelaar, Herman, benoemd en is het tichelwerk weer opnieuw in gebruik genomen.
De stad investeert flink in het tichelwerk en zorgt niet alleen voor twee bruikbare ovens, loodsen, haaghuizen [droogstellingen] maar ook voor bruikbare grond met voldoende tichelklei.
Meester Herman wordt slechts tot 1555 als tichelbaas benoemd. In 1563 is het tichelwerk opnieuw in gebruik genomen. Het huis van de tichelbaas wordt opgeknapt en er komen nieuwe haaghuizen.
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat het stedelijk tichelwerk keer op keer leegstond en de stad zich steeds meer terugtrok uit de zorg voor het tichelwerk.
Dit is waarschijnlijk aanleiding voor de familie Greven zich met het tichelwerk te gaan bemoeien.
De familie Greven bezit al heel lang gronden in Schelle waaronder één of meerdere “Spijkers”, [opslagplaats voor landbouw producten].
Ook waren de families Greven heel lang betrokken bij het besturen van de “Stad Zwolle”.
Mogelijk heeft het tichelwerk onder de familie Greven met dezelfde onregelmatige productie van stenen bakken te maken gehad. De periode van de 17e en de 18e eeuw is daar niet veel over bekend. Dat begint bij het in werking treden van het Kadaster, zie hieronder.
Bron: Bovenstaande is overgenomen uit het rapport archeologisch onderzoek “Scheller Tichelwerken”.
Uitgebracht door de Archeologische Dienst Zwolle.
1832 – 1950, eigendom
In 1832 bij het inwerking treden van het kadaster is Alidanus Joan Greven eigenaar van zowel de Steenoven als wel de woningen van de tichelbaas en andere gebruiker, kadastrale nummers, M 176 en M 178. De woningen hebben dus de nummers 15 en 15 A, na 1949 de nummers 2 en 4.
Alidanus is de zoon van:
Herman Joan Greven geb. 15-01-1719 Zwolle. overleden, 27-12-1784 Zwolle [65 j.]
Gehuwd met Elisabeth Catharina Ravesteijn geb. 17-03-1737 Zwolle, overl. 17-06-1775 Zwolle [38 j.]
Door dit huwelijk met Catharinna Ravensteijn is het landgoed Schellerberg en overige gronden na jaren weer in bezit van de Greven familie.
Alidanus Joan Greven geb. 05-11-1768 [Burgermeester Zwolle] overleden, 08-03-1842, Zwolle [73 j.]
Gehuwd met,
Johanna Francoise Henriette Tulleken geb. -5-10-1770 Hattem. overleden, 04-04-1866, Zwolle [95 j.]
Na het overlijden van Alidanus Greven in 1842 gaan de meeste bezittingen naar zoon Oswald Francois Greven en mede eigenaren. Het Tichelwerk en de woning van de Tichelbaas blijven waarschijnlijk een onverdeelde boedel.
Oswald Francois Greven geb. 1789 [Militair en later raadsheer Prov. Gerechtshof. Overleden op 21-12-1874 Zwolle [85 j.] Gehuwd op 12-10-1815, Ermelo met
Johanna Geertruida Hoising geb. 1792, overleden op 03-10-1874 Zwolle [82 j.]
Na het overlijden van Oswald en Johanna in 1874 wordt hun zoon Ernestus Johannes Christiaan Greven in 1875 eigenaar van het Tichelwerk en de woning met nog wat gronden, samen met zijn mede eigenaren:
Broer: Hendrik Willem Greven geb. 02-01-1825 Zwolle [Burgemeester] overl. 02-09-1893 [Keulen 68 j.]
Zuster: Johanna Francoisa Henrietta Greven geb. 14-02-1822 Zwolle overl. 18-04-1906, Zwolle [84 j.]
Broer: Christiaan Johannes Abraham Greven geb. 19-02-1826 Zwolle overleden ?
Ernestus Johannes Christiaan Greven geb. 26-10-1823 Zwolle overl. 13-03-1908, Zwolle [84 j.]
Gehuwd op 09-08-1849 Harderwijk met [Directeur van het Postkantoor]
Jacoba Johanna Schorer geb. 25-12-1830, Harderwijk overl. 26-09-1908, Zwolle [77 j.]
In 1876 gaan de bezittingen over naar broer, Christiaan Johannes Abraham Greven. Ook de zoon van Ernestus Johannes Christiaan, Oswald Francois Greven wordt mede eigenaar.
Christiaan Johannes Abraham is ongehuwd en diens neef Oswald Francois is in 1876 gehuwd.
Oswald Francois Greven geb. 05-08-1850, Zwolle, overleden op 03-01-1947, Zwollekerspel [96 j.]
[Oswald is Griffier der Staten Overijssel] Gehuwd op 26-04-1876 te Zwolle met Antoinetta Catharina Johanna Wentholt geb. 1853, Almelo, overleden op 21-11-1937 Zwolle [85 j.]
Er worden 3 kinderen geboren:
Jacoba Johanna Greven geb. 17-05-1877 te Zwolle, overleden 25-06-1947 te Zwolle [70 j.]
Huwt op 02-03-1898 te Zwolle met,
Rutger Goert Antoni Zwier Baron van Haersholte, geb. 23-02-1875 [2e Luitenant] overl. 17-11-1949 Zwolle
Catharina Johanna Barbara Greven geb. 14-12-1881 Zwolle, overleden 27-04-1967 te Amersfoort
Huwt op 18-05-1904 Zwolle met Willem baron Bentinck van Schoonheten, geb. 1869 Zwolle [Burgermeester] overleden op 16-06-1936 Olst [67 j.]
Oswald Francois Greven geb. 06-01-1886 Zwolle, overleden op 26-11-1908 Zwolle [22 j.]
In 1893 is er een kadastrale splitsing van de percelen 1706 en 1707, niet bekend waarvoor.
Mogelijk door het overlijden van mede eigenaar , Christiaan Johannes Abraham Greven. Het is niet bekend wanneer hij is overleden. Dan is Oswald Francois Greven alleen eigenaar.
Gebruik – Huur, 1839 – 1852.
Huis nr. 2
Wordt bewoond door Hendrik van We[e]chel[e], hij is waarschijnlijk al sinds 1811 werkzaam bij het tichelwerk van de familie Greven. Eerst als steenbakkersknecht later als ovenbaas. Maar we mogen aannemen dat er ook boerenbedrijvigheid is, zeker als er ’s winters niet gebakken wordt.
Hendrik van Weeghel is op 21-01-1810 te Hattem gehuwd met Stijntje Willems Wijnen, [ook wel Stientje Wienen] Tussen 1810 en 1824 zijn er zeker 10 kinderen geboren, de oudste in Windesheim en de anderen in Schelle.
Tussen 1839 en 1852 vindt er een wisseling van bewoning plaats. Hendrik van Weeghel vertrekt en Asje[n] van Weeghel [steenbakker] komt er te wonen met zijn vrouw Kornelisje Broekhuis. Asjen is geen directe familie van Hendrik.
Bij Asjen en Kornelisje worden 2 kinderen geboren, waarvan er 1 vroegtijdig overlijdt.
In 1848 komt Kornelisje te overlijden.
Asjen hertrouwt in 1849 met Aartjen van Piekeren, bij hen worden tussen 1850 en 1873, 11 kinderen geboren waarvan er 4 vroegtijdig overlijden.
Huis nr. 4
Is in die tijd bewoond door Asjen Visscher [1819], mogelijk vanaf zijn huwelijk met Fennigje Dijkslag [1817] in 1845. Asjen is steenbakkersknecht. Er worden in deze periode 4 kinderen geboren.
Gebruik – huur 1852 – 1870
Huis nr. 2
wordt dan nog bewoond door Asjen van Weeghel met zijn vrouw Aartjen en kinderen.
Huis nr. 4
wordt nog bewoond door Asjen Visscher en vrouw Fennigje. Er worden tot en met 1859 nog 3 kinderen geboren. Het is niet bekend of het tichelwerk altijd in bedrijf is, ’s winters zeker niet, want Asjen Visscher staat ook te boek als arbeider en landbouwer.
Gebruik – huur 1870 – 1910:
Huis nr. 2
Asjen en Aartjen wonen er nog steeds.
In 1880 komt Asjen te overlijden op 60 jarige leeftijd, zijn weduwe blijft toch nog enige tijd wonen in nr. 2.
Mogelijk tot haar overlijden in 1902 in Schelle.
Dan komt Hendrik van Olst in beeld als gebruiker, het tichelwerk is inmiddels gesloopt, dus daar is geen werk meer. Het beroep van landbouwer ligt dan voor de hand.
Hendrik [1860 – 1950] is geboren in de Greven boerderij aan de Schellerdijk 6. Zijn ouders Gerrit van Olst [1824 – 1908] en Willemina Ester [1834 – 1906] huren de boerderij van Francoise Greven gehuwd met Johannes Willem Piepers. Ook Hendrik zijn vader Jacob [1785 – 1858] huurde deze boerderij al van de familie Greven. [zie Schellerdijk 6]
Hendrik van Olst, geb. 15-02-1860, Schellerdijk 6, Zwollerkerspel, [arbeider, werkbaas, landbouwer] Overleden op 20-09-1950, Zwollerkerspel [90 j.]. Hendrik huwt op 02-05-1883 te Zwolle met Maria Jansen, geb. 28-02-1861, Zwolle [dienstbode]. Overleden op 06-04-1947, te Zwollerkerspel [86 j.]
Kinderen: Willemina, geb. 28-12-1883, Gerrigje, geb. 20-06-1886, Gerrit van Olst, geb. 14-1-1891, Hendrik, geb. 12-11-1895.
Hendrik [1860 -1950] en Maria gaan boeren op de boerderij Schellerdijk 2 met een gedeelte van het land.
Huis nr. 4
Asjen en Aartjen wonen nog in deze woning/boerderij.
Aartjen komt in 1871 te overlijden en Asjen in 1881.
Na hen, is volgens de gemeentelijke administratie H. Kiesebrink de bewoner.
Gebruik/huur 1910 – 1950
Huis nr. 2
Hendrik van Olst [1860 – 1950] en Maria Jansen wonen en boeren nog steeds op nr. 2. Waarschijlijk totdat hun zoon Gerrit van Olst [1891 – 1981] met zijn vrouw Willemien van Olst in 1919 gaan trouwen en bij vader Hendrik en moeder Maria in gaan wonen. Gerrit en Willemien gaan boeren op de boerderij Schellerdijk 2. Zijn broer Hendrik kwam met zijn vrouw Aaltje wat later op nr. 4 wonen.
Dat is de aanleiding voor Hendrik [1860- 1950] en Maria [1861 – 1947], om richting “Schellerberg” te gaan. Hendrik kan bij de Grevens op het Landgoed aan het werk als tuinman en bosarbeider. In 1920 komt er een nieuwe 2 onder één kap personeelswoning gereed waar ze kunnen gaan wonen.
Gerrit van Olst geb. 14-11-1891, Schelle. Zwk. [Tichelwerk] Overl. 1981
Huwt op 24-04-1919 te Zwollerkerspel met
Willemien van Olst geb. Heino, 31 jaar [neef en nicht] Overl. 1981
Ouders: Jacob van Olst en Florentina Goldbach
Bij Gerrit en Willemien wordt een dochter geboren, Maria [Marie] van Olst, 31-10-1921.
Huis nr. 4
Na H. Kiesebrink komen Hendrik van Olst en Aaltje Ruitenberg er wonen. Hendrik [jr.] [1895 – 1988] is de zoon van Hendrik [1860 – 1950]en Maria Jansen en broer en buurman van Gerrit [1891 – 1981] van nr. 2. Hendrik [jr.] [1895 – 1988] gaat enkele jaren na zijn huwelijk met Aaltje Ruitenberberg in de boerderij Schellerdijk 4 wonen.
Hendrik van Olst, geb. 12-11-1895, Schelle [Tichelwerk] Overleden, 26-12-1988 te Zwolle.
Huwt op 17-01-1918 te Zwollerkerspel met
Aaltje Ruitenberg geb. 15-09-1894, Schelle, [ Schellerbergweg 6] Overleden, 05-08-1968 te Zwolle.
Ouders: Arnoldus Ruitenberg [1849 – 1910] en Jennigje Kamphuis [1855 – 1913]
Arnoldus en Jennigje wonen aan de Schellerbergweg 6, waar Aaltje ook is geboren.
Er worden 4 kinderen geboren waarvan er 3 in leven blijven: Arnoldus [Arnold] geb. 10-01-1920, Maria geb. 27-01- 1921 en Jennigje geb. 11-06-1924.
Eigendom 1947 – 1950
In 1947 overlijdt Oswald Francois Greven en ook zijn dochter Jacoba Johanna Greven overlijdt later dat jaar. Dan is er in 1948 een scheiding vanwege de nalatenschap en wordt Jacoba haar echtgenoot Rutger Goert Antoni Zwier Baron van Haersholte de nieuwe eigenaar, waarschijnlijk samen met zijn dochter Helena Debora van Haersholte van Zuthem.
Helena Debora van Haersholte van Zuthem geb. 13-02-1899 Amersfoort overleden ?
Huwt op 22-12-1923 te Amsterdam [onder huwelijkse voorwaarden] met Paulus Johannes Loewer, geb. Kralingen [Muziekleraar Conservatorium Amsterdam]
Vanwege het overlijden van vader Rutger Goert Antoni Zwier Baron van Haersholte in 1949 besluiten de erfgenamen in 1950 de nodige onroerende goederen te verkopen.
Kopers van de beide boerderijen zijn de broers Gerrit van Olst [H. zn.], 1891 – 1981, en Hendrik van Olst [H. zn.], 1895 – 1988, ieder een half eigendom. Zij huren de beide delen al vanaf 1918 en 1919.
In 1951 is er een gedeeltelijke vernieuwing.
Eigendom & gebruik 1951 – 2010.
Schellerdijk 2
De dochter van Gerrit en Willemien, Maria [Marie] van Olst [1921-2012] trouwt op 22-01-1942 met Dirk Herman [Harm] Sluiter, geb. 11-06-1921.
Zij gaan na hun trouwen eerst op de Assendorperlure wonen en trekken omstreeks 1947, met 2 zonen, in bij de ouders van Marie aan de Schellerdijk 2.
Harm Sluiter doet samen met zijn schoonvader Gerrit de boerderij. Tevens werkt Harm nog enkele dagen per week bij de Coöperatieve Landbouwers Bank aan de Schuttevaarkade in Zwolle.
Er worden aan de IJssel nog 2 zonen en 2 dochters geboren.
Opa Hendrik van Olst [1860 – 1950] gaat in 1945, vanaf de Schellerberg, bij zijn zoon Gerrit en schoondochter Willemina inwonen, tot zijn overlijden in 1950.
Vader Harm komt in 1974 te overlijden. Moeder Marie gaat met de kinderen nog een paar jaar met de boerderij door. Dan wordt de pacht van diverse percelen opgezegd en houden ze de bijbehorende eigen grond. Moeder Marie blijft er nog met 3 kinderen wonen.
Opa Gerrit blijft er wonen tot zijn overlijden in 1981.
In 1983 verkoopt Marie Sluiter van Olst de boerderij aan haar zoon Gerrit Sluiter geb. 1945. Moeder Marie en zoon Gerrit ruilen van woning en zij gaat wonen aan de Schellerweg.
Gerrit is getrouwd met Femmy.
Gerrit [Jr.] gaat zijn helft van de boerderij grondig verbouwen.
Naast het werken bij de post heeft hij ook als hobby het houden van wat vleesvee op eigen grond.
Gerrit werkt bij de Post tot zijn pensioen.
Schellerdijk 4
Hendrik van Olst [1895 – 1988] en Aaltje Ruitenberg [1894 – 1968] boeren dus op Schellerdijk 4.
Hun dochter Jennigje geb. 11-06-1924, overleden 11-10-2010, trouwt op 28-05-1946 met Aalt Zwep, geb. 15-05-1923 te Oldebroek, overleden 19-12-1978.
Kinderen:
Reintje [Reina] geb. 19-12-1947, Hendrik [Henk] geb.24-02-1950, Aaltje Hendrika [Alie] geb.14-12-1954 en Aalt geb.27-03-1961.
Zij gaan inwonen op de boerderij samen met Jennigje haar ouders, Hendrik van Olst en Aaltje Ruitenberg.
Aalt Zwep en zijn schoonvader Hendrik doen samen de boerderij.
De boerderij bestaat uit ongeveer 13 melkkoeien met jongvee.
Aalt schaft intussen een melkmachine aan, maar daarvoor hadden de oudste twee kinderen Reina en Henk al wel leren melken.
Na verloop van tijd blijkt de boerderij niet groot genoeg voor twee gezinnen, en besluit Aalt een baan te zoeken. Hij gaat omstreeks 1968 als heftruck chaufeur aan de slag bij de Prinses Margriet Kazerne in Wezep. In 1968 overlijdt moeder/oma Aaltje Ruitenberg. Vader/Opa Hendrik blijft inwonen bij zijn dochter en schoonzoon.
Voor en na het overlijden van Aalt Zwep in 1978 stopt de boerderij en doet vader Hendrik klusjes bij anderen.
Hendrik en zijn dochter Jennigje konden goed opschieten met de buren van Schellerdijk 6, Gerrit en Janny van Olst – van Gerner. Hendrik ging daar ook regelmatig helpen, maar ook op zijn brommertje bij anderen bijvoorbeeld tuintjes onderhouden.
In oktober 1988 ging moeder Jennigje met haar vader Hendrik naar Wezep wonen. Daar heeft Hendrik niet lang van kunnen genieten want in december van dat jaar is hij overleden.
In 1988 ten tijde dat moeder Jennigje met haar vader Hendrik naar Wezep gingen wonen wordt de boerderij nr. 4 verkocht aan hun voormalige buurjongen Marinus [Rinus] Sluiter met vrouw Elly en kinderen.
Ook Rinus werkt net als zijn broer Gerrit bij de Post. Ook zij gaan er het nodige verbouwen.
2007 – 2013.
In november 2007 is de opstart van het Project “Ruimte voor de Rivier”.
Een landelijk project om de rivieren in Nederland meer ruimte te geven voor een betere doorstroming.
Dit naar aanleiding van het hoge water in de rivieren in 1995.
Uiteindelijk blijkt dat de boerderijen Schellerdijk 2 en 4 gelegen op de uiterwaarden, beter kunnen verdwijnen om ruimte te maken voor de rivier de IJssel.
De broers Gerrit en Marinus, die samen met hun gezinnen in de boerderij 2 en 4 wonen besluiten in te gaan om hun boerderijen/woningen te verkopen met de toezegging dat er aan de Schellerdijk tussen de nummers 6 en 8 een terp komt waar twee nieuwe woningen gebouwd mogen worden.
In 2010 verkopen de broers al het onroerend goed op “Tichelwerk” Schellerdijk 2 en 4.
Maar het zal nog tot 2013 duren dat de woningen klaar zijn en de broers met hun gezinnen kunnen verhuizen.
In overleg met betrokken partijen van “Ruimte voor de Rivier” wordt besloten de boerderijen gedeeltelijk af te breken zodat er een Ruïne overblijft als aandenken van honderden jaren steen en dakpannen bakken aan de IJssel, “Het Tichelwerk” geheten.
Bron: Collectie Overijssel, Archeologische dienst Zwolle – dhr M. Klomp, familie Zwep, familie Sluiter. Samensteller: M. Dijk.